Waangin

Gin. Onmiskenbaar dé sterkedrank ofwel spirit van nu, met gin-tonic de mix van nu, het zomerdrankje van 2015. Als het dat nog niet was in 2014. De gin-tonic belandde vanuit Spanje, via België, in Nederland. Eerst in de grote steden, vooral Amsterdam en Rotterdam, en deze zomer verspreidt het virus zich over heel Nederland. Gin en gin-tonic bereiken het grote publiek, nieuwe gins komen zo ongeveer elke week op de markt en de bijzondere variaties alsook experimentele smaken zitten in een stroomversnelling. Prima.

Maar onlangs circuleerden er berichten op internet over gin met kreeft. Een Vlaamse sterrenchef verrijkt zijn gin met het dier en doopte het resultaat Lobstar. “Waar houdt het op?”, vroeg een vriend van me, die een link over het fenomeen deelde op mijn Facebook-tijdlijn. “Dat weet ik niet”, antwoordde ik. “Ik was gister ook bij de lancering van gin met cederhout. De normaalste zaak van de wereld, besef ik nu.”

Laatstgenoemde gin, Vørding’s Gin, is trouwens een geslaagde toevoeging aan de overbevolkte drankcategorie. En wie weet is Lobstar ook wel smakelijk, al kan ik mij daar weinig bij voorstellen. De kreeft-variant is wel tekenend voor wat er aan de hand is. Gin lijkt het nieuwe goud; naast de meerderheid aan gepassioneerde producenten buitelen goudzoekers over elkaar heen om een graantje mee te pikken. Hoe gekker, hoe beter.

Een kleine greep uit de waanginnige voorbeelden die ik met gepaste afschuw voorbij zag komen de laatste maanden. Ik proefde op een niet nader te noemen horecabeurs ‘s werelds eerste, echte aardbeiengin (!). Een mierzoet wanproduct, een flavoured gin met plakkerige aardbeiensmaak. Daarnaast is er I Made Gin, een doe-het-zelfpakket waarmee je jeneverbessen en andere kruiden in een fles wodka kunt laten trekken. Een regelrechte belediging aan het adres van iedere distillateur ter wereld en aan het ambacht van de gedistilleerde drank. Verder trof ik op een hippe foodmarkt een hobbyist met eurotekens in zijn ogen, die zijn eigen, artisanale small-batch-gin verkocht. Zonder ook maar een distilleerketel te hebben aangeraakt, verkocht deze man zijn compound-gin (neutrale alcohol met kruidenextracten) aan onwetende, ambachtsgeile yuppen..

Ten slotte wil ik nog even kwijt dat het aantal gebruikte kruiden in een gin niets zegt over de kwaliteit. De beste london dry gins ter wereld doen het al eeuwenlang met slechts een handjevol en er zijn prachtige, nieuwe gins met soms wel een dertigtal. Een goede gin bestaat echter bij de gratie van de kwaliteit van de kruiden, specerijen, receptuur en het distillatieproces. Daar mag best een vleugje marketing bij, zolang het maar een goed en waar verhaal betreft. Een uitzonderlijke gin heeft een uitzonderlijke distillateur aan de ketel staan. Punt.