Door: Ingmar Voerman
Ik woon al jaren met veel plezier in Amsterdam. Voel mij ook wel Amsterdammer, maar ben zoals velen in deze stad keiharde import. Ik ben opgegroeid in Dordrecht, onder de rook van Rotterdam - een prachtstad met karakter. Eén van de dingen die mij zo aanspreekt aan Amsterdam, is het aanbod van en ongekende verscheidenheid in horeca. Van low- tot high-end, van bruine kroeg tot sterrenrestaurant en van poppodium tot pop-up-techno-schuur; het is er allemaal. Veel concepten kopiëren elkaar, sommige zijn origineel en een enkeling is volslagen uniek. Binnen Nederland is de hoofdstad echter wel toonaangevend: hier ontstaan vaak trends of worden deze vanuit het buitenland als eerste opgepikt.
Veelgehoorde kritiek in de vaderlandse horeca is dat er in de media te veel aandacht is voor de Amsterdamse horeca. Een onderbuikgevoel van ondernemers uit andere steden dat ik volledig begrijp. Entree voert zelfs een officieus beleid van positieve discriminatie als het om kwalitatief hoogstaande horeca buiten Amsterdam gaat. Noem het liefde voor de underdog. PEC Zwolle bovenin het linkerrijtje van de Eredivisie.
Maar dat betekent niet dat ik de landelijke verhoudingen in het horeca-aanbod kan omgooien. Laat ik mijn mening illustreren met hetgeen ik mij maandelijks bezighoud: cocktail- en koffiebars. Qua cocktailcultuur is Amsterdam namelijk heer en meester met een tiental - of meer - noemenswaardige cocktailbars. Rotterdam is een goede tweede met een aantal topbars, en daarna zit er weer een groot gat. Groningen heeft met Mr. Mofongo een toonaangevende, Demain in Nijmegen geldt al jaren als beste buiten de Randstad, in Utrecht is Zussen al jaren een vaste waarde en in Eindhoven kun je voor een goede cocktail terecht bij de minibar en Mundial. Als er ergens in het land een cocktailbar opengaat, ben ik er als de kippen bij. Zie bijvoorbeeld pagina 93 voor het artikel over de kersverse cocktailbar Remix in Eindhoven. En als er in Amsterdam één opengaat, ook. Zo zal de cocktailbar van Rotisserie Amsterdam in de volgende Entree verschijnen. Qua koffiecultuur zijn Groningen, Utrecht, Nijmegen en Rotterdam dynamische koffiesteden. En gelukkig openen in het hele land goede koffiebars, niet alleen in de koffiehoofdstad Amsterdam.
Goede concepten en hun ondernemers verdienen allemaal een podium, of ze nu gevestigd zijn in Roermond, Doetinchem, Vlissingen, Delfzijl óf Amsterdam. Het is immers gewoon fair dat de meest gelukte projecten in de spotlights komen. Maar laten we dan alstublieft even objectief blijven: in Amsterdam openen simpelweg meer (kwalitatief goede) horecaconcepten dan elders. Ik kijk daarom nu alweer uit naar de kritiek in vakmedia over het grote aantal hoofdstedelijke genomineerden en/of winnaars voor de Entree Hospitality & Style Awards.