Herman Hell: ‘Horeca zit als enige in het straflokaal’

Herman Hell: ‘Horeca zit als enige in het straflokaal’

Herman Hell is eigenaar van Hells Kitchen Horeca Groep (o.a. bekend van Het Zalmhuis en NRC in Rotterdam). Daarnaast is hij columnist voor Entree Magazine. Zijn nieuwste bijdrage gaat over het beleid en de regelgeving in de horeca.

De horeca is als sector de grootste werkgever van Nederland. De motor van de lokale economie. Het afgelopen jaar hebben we dat nogmaals laten zien: pas toen onze zaken weer openden, ging het in de binnensteden weer leven. Toch heeft de horeca landelijk geen ministerie dat onze belangen behartigt en vallen we lokaal gezien niet onder ‘economie’, maar onder ‘openbare orde’.
 

‘We zijn overgeleverd aan de grillen van de burgemeesters’
 

Detailhandel en veel andere branches worden vanuit economisch oogpunt bestuurd. Bij sportwedstrijden telt het belang van welzijn en sport. Maar voor de horeca zijn ‘veiligheid’ en het voorkomen van ordeverstoring, drukte en lawaai de bepalende factoren voor beleid en regelgeving.

Kansen voor de stad en voor ondernemers zijn geen onderdeel van de besluitvorming. Voor mij voelt het alsof alle sectoren lekker in hun eigen klaslokaal zitten en zich hooguit een keer bij de conrector moeten melden als het fout gaat. De horeca zit als enige in het straflokaal. Wij moeten al op het matje komen voor we iets verkeerd kúnnen doen. We zijn overgeleverd aan de grillen van burgemeesters. Heb je pech, dan komt die burgemeester nooit in de horeca. Maar vervolgens mag hij wél besluiten dat jouw terras niet mag uitbreiden vanwege ‘mogelijke politie-inzet’ of dat jouw zaak geen nachtvergunning krijgt uit angst voor lawaai en excessen.

Door deze bijzondere constructie wordt de nieuwe horecanota in Rotterdam momenteel geschreven door ambtenaren die niets afweten van onze sector of economische belangen. “Jullie draaien toch weer goed? Jullie zitten toch weer vol?”, vragen zij oprecht. Ze zien de effecten van de coronacrisis en bijvoorbeeld de schulden die zijn ontstaan tijdens de lockdowns niet. Zij zien alleen het belang van veiligheid en missen daardoor kansen op een gezondere sector en leukere steden.

Het probleem is dat de horeca nog steeds wordt neergezet als een stelletje cowboys dat in bedwang gehouden moet worden. Ik zou willen dat de politiek het lef heeft om dat oude beeld los te laten. Dat de burgemeester niet alles bepaalt en slechts ingrijpt als het misgaat, zoals bij andere sectoren. Dat er waardering komt voor onze sector. Dat er - zoals Koninklijke Horeca Nederland (KHN) al eens bepleitte - een minister van Horeca komt en dat wij als serieuze gesprekspartner kunnen aanschuiven bij de wethouder van Economie.

Laat het nou eens tot bloei komen aan een tafel met mensen vanuit de gemeente die óók willen bloeien. Die van de stad een levendige stad willen maken. Een stad waarin de ondernemers en de markt sámen bepalen wat de openingstijden zijn of hoe een terras eruitziet, in plaats van één persoon die toevallig burgemeester is gemaakt.

Op de hoogte blijven? Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief!