De bedieningsvak

Het was zomervakantie, het was bouwvak. Het kenmerkende hiervan is volslagen helder. Alle bedrijven die ook maar iets met de bouw hebben, liggen een paar weken stil.

(Photo: Barsik, iStockphoto)

Er gebeurt helemaal niets in bouwend Nederland, zelfs Eelco Brinkman is weg. Nou ja, niets: op een aantal bouwplaatsen waar urgentie heerst wordt gewerkt. Plaatsen die af moeten, waar de nodige druk op de bouwketel staat.

Druk stond er ook op de brouwketels de afgelopen weken. Het was af en toe mooi weer en er werd naar hartenlust genoten van het goudgele vocht. In het Holland Heineken House in Londen werd er overigens ook genoeg bier getapt. Brouwen dus, oftewel bedienen. Er waren ook horecazaken waar het minder druk was. Restaurants merkten dat het vakantie was, veel van hun gasten waren elders. De zaken waren echter niet dicht, ik ben bij een aantal geweest. Wat vaak opviel: de bediening was er wel maar ze hadden bedieningsvak. Wat dat is?

De bedieningsvak geeft de periode in de zomer aan waarin de heren en dames van de bediening van tevoren hebben besloten dat het toch erg rustig zal zijn en dat ze fysiek aanwezig maar psychisch afwezig zullen zijn. Geen gastvrijheid. Geen extra stap. Koffie werd zonder verdoving op tafel gesmakt, aan het einde. Of mijn vrouw en ik zelf maar even met onze eigen armen de koffie naar keuze naar onze plekken wilden harken.

Op de terrassen waren de waxinelichtjes niet aan. ‘Niet nodig’, ‘te koud’, ‘heb geen focus voor buiten, er zijn geen gasten’. Tja, dat is pas kortetermijndenken en bovendien niet slim. Immers: de voorbijganger van vandaag is de gast van morgen!

Nog zoiets ‘moois’ wat je tegenkomt in de wereld van de horeca, en vaak gezien in de afgelopen periode: de verandering van gastvrijheid naar eigenaarvrijheid. Daarmee bedoel ik dat de eigenaar van de zaak óók vakantie heeft. Dus: vrienden uitnodigen, de beste tafel van het terras versieren met een bordje ‘gereserveerd’ en vervolgens alles om die tafel laten draaien. De beste tafel onder de heater of in dat ene nisje dat normaliter alleen bestemd is voor borrelaars. Niet voor eters. Hoewel … Als de vrienden van de gastheer daar wat wensen te eten kan het natuurlijk wel. Logisch.

Jammer, zo jammer. Juist in deze tijd moet je als ondernemer/gastheer scherp zijn. Dankbaar zijn voor de gasten die er wel zijn. Ervoor zorgen dat zij jouw ambassadeurs zijn/worden en blijven. Dat ze tegen terugkerende vakantiegangers enthousiast vertellen hoe geweldig het bij jou was, ook in tijden van relatieve rust. Dat ze kunnen zeggen dat ze hebben deelgenomen aan het legen van de brouwketel en dat de ondernemer zichzelf wegcijferde; zíj stonden op nummer één.  

Vanwaar dit stuk? Het is een oproep. Een oproep aan allen die werken in onze mooie horecawereld. Dat u constant bezig bent met uw gasten. Focus op de gast van vandaag maar zeker ook op die van morgen. Laat voortdurend zien dat u een beroep uitoefent. Dat uw vak een vak is.

Een bedieningsvak dus!

Maarten Wessels
maarten@wesselstrainingen.nl
Twitter.com/MaartenWessels