Foto 123RF.com

Beroepstrots

Zeg eens eerlijk: wanneer heb jij voor het laatst de Trots op Jezelf-prijs uitgereikt? Na een nacht stevig doorhalen de volgende ochtend met een ietwat brak hoofd voor de spiegel gestaan en die beker, gevuld met tandenborstels en scheermesjes, aan jezelf uitgereikt? Nou?

Door: Maarten Wessels

Horecamensen vinden veel dingen normaal. Vinden het normaal dat ze naast hun horecawerkzaamheden verantwoordelijk zijn voor de inkoop van de lokale hockeyvereniging, vinden het normaal dat ze voorzitter zijn van de Oranjevereniging en vinden het normaal dat ze altijd vooraan staan bij het organiseren van het straatfeest. Over de jeukende handen die we hebben als we te gast zijn op een feestje, hebben we het maar niet, want het is normaal dat we dan meehelpen. Zelfs op verjaardagen kijken we, zelf lijdend aan het syndroom ‘nooit met lege handen naar de keuken’, meewarig naar ome Gert en tante Jenny als ze na afloop van hun feestje klagen over de puinhoop. Tussendoor zelf iets opruimen kwam niet in ze op …

Maar goed, die prijs dus. Al bedacht wanneer de laatste keer was dat je hem uitreikte? Ondernemers vinden het lastig om een bedankje in ontvangst te nemen. De nevenactiviteiten bij de verenigingen doen ze vaak af als ‘dat is toch normaal, echt niet nodig hoor om mij daar nou voor in het zonnetje te zetten’. Ze vinden dat dus lastig, dat ontvangen van complimenten. En eigenlijk is dat best jammer. Vandaar ook de prijs. Een prijs die je met enige regelmaat eens aan jezelf moet uitreiken. Gewoon, in alle rust. Geen Olympisch ceremonieel, geen volksliederen, geen tocht door de grachten - laat staan een zelf geïnitieerde ontvangst op Huis ten Bosch.

Het géven van en compliment vinden we nog lastiger. En ik bedoel hier een écht compliment, gegeven op basis van waargenomen gedrag. Dus niet: “Lekker gewerkt vanavond, jongens!” Dat is geen compliment, maar meer een reden om het derde sluitbiertje met een tevreden gevoel weg te klokken.

Waarom ik deze oproep doe? In de Nederlandse horeca werken ongelooflijk veel talenten, jong en oud. En soms mis ik de rechte rug, de glanzende ogen, de krachtige kop. Het geven en ontvangen van complimenten is in deze sector een onderschoven kindje. Een ‘nergens voor nodig, we werken toch allemaal hard’, verklaart iets. Jammer. Complimenten leveren zoveel op. Zowel voor de gever als voor de ontvanger. Een van de effecten van het geven van een compliment is dat het zelfvertrouwen toeneemt en zo ook de prestaties.

Met een nog rechtere rug door het restaurant of achter de kachel dus. Wie complimenten ontvangt gaat nog meer zijn best doen, wil aan de verwachtingen voldoen en weet dat hij wordt opgemerkt.

Nee, nu niet meteen na het lezen allerlei geforceerde complimenten gaan geven aan elkaar. Da’s niet handig. Een compliment moet wel echt zijn. Eerst maar eens oefenen? Ga voor de spiegel staan, reik die beker uit en wees dan oprecht trots op jezelf.