Designer Paul Linse ontwikkelt interieurconcepten, van totaalprojecten tot meubilair ontwerp. In 1999 richtte hij Studio Linse op.
Zelf had ik het helaas nog niet live mogen aanschouwen, maar als je de kranten mag geloven wordt in de Kille Buitenwereld een nieuw fenomeen aangekondigd onder de onlangs geïntroduceerde term ‘wildbreien’. Nu wisten we al geruime tijd dat men we met z'n allen hevig behoefte hebben aan warmte en omarmende huiselijkheid in de publieke ruimte. En kom ik nu maar meteen over de brug met het tweede Woord van het Jaar 2011: ‘buitenhuiselijkheid’. Deze keer zelf bedacht.
Nu ‘heb ik iets met taal’, dus veroorloof ik me zo af en toe wat creatieve literaire dwalingen zonder uw toestemming. Een weigering daarvan zou ik namelijk nauwelijks psychisch aankunnen, waarbij ik mij in één beweging schuldig maak aan een populaire onhebbelijkheid die ik met tegenzin om mij heen bespeur en die zijn weerga niet kent. Iedereen schijnt overal verbluffend veel verstand van te hebben, waarop het derde Woord van het Jaar zich alweer kordaat en vastberaden aan mij opdringt: ‘zelfwijszaamheid’. Op zich bevrijdend en wellicht iets om na te streven voor de zelfvoldane moderne mens, maar enige zelfreflectie is wat mij betreft een hoog en welkom goed dat absoluut opgepoetst dient te worden. Een oproep mijnerzijds dus voor wie zich aangesproken voelt!
Verleidelijk als het is, zal ik mij laf en teleurstellend genoeg niet verlagen tot het noemen van naam en toenaam. En wat een geluk dat ik ze de kost niet hoef te geven, maar ik liep ze het afgelopen zakelijke jaar verrassend (en niet alle verrassingen zijn even zinnenstrelend) vaak tegen het vege lijf. Ontgoocheld en verward lieten de onverlaten mij het afgelopen jaar achter in een haast gekmakende staat van ergenis en ongeloof (voor wie het nog niet opviel, ik ben 2011 met u aan het doornemen en probeer het luchtig te houden). Mijn advies luidt algemeen, doe vooral waar je goed in bent en maak het ons allen niet nodeloos ongemakkelijk met pogingen alles te willen kunnen dan wel denken te kunnen. Dus schoenmaker blijf bij je leest en wie hem past trek hem vooral aan.
Wat hadden we nog meer het afgelopen jaar, ach natuurlijk, ‘duurzaamheid’. Nog steeds op één en nooit was er een multi-interpretabeler begrip. Een ware urenverslinder voor het gemiddelde middenmanagement, waardoor de klemtoon toch echt op de eerste lettergreep komt te liggen: duur. In alle gevallen en versies een nobel streven waarvan randvoorwaardelijkheid natuurlijk het onverbiddelijke resultaat zal zijn en dat is maar goed ook, of je moet graag de héle wereld van groene logo's en meubeltjes willen voorzien voor de nodige windowdressing.
Een andere nieuwkomer luidt ‘adaptive capacity’ en verhaalt over het vermogen van ruimten om zich aan te kunnen passen en te anticiperen op de gekte van de dag. Want wie weet in deze gekke tijd nog hoe ‘morgen’ eruit zal zien... Een aanpak waar ik sterk in geloof en wat een veel groter effect zou kunnen hebben dan de ‘second life’ en ‘lokaliteit’ waar zo gretig naar wordt gegrepen. Een gebouw of interieur voorbereiden op een wellicht heel andere toekomst zet zoden aan de dijk en is een ware duurzaamheidgedachte. Dan ga ik nu maar wild een broekje breien van vrolijk restmateriaal voor een lantaarnpaal of een leuk vest voor een verkeersbord, want ook ik wil niet achterblijven. Wordt het toch nog warm jaar!
paul.linse@studiolinse.com
FOTOGRAFIE: PAUL GROOTES


