De overheid heeft een aantal topsectoren benoemd: water, agro & food, tuinbouw & uitgangsmaterialen, hightech, lifesciences, chemie, energie, logistiek en creatieve industrie. De horecabranche hoort hier dus niet bij maar is er relatief goed van op de hoogte.
Dat blijkt uit het EIM-onderzoek 'Ondernemen in sectoren 2011'. De zogeheten topsectoren zijn sectoren waarin Nederland wereldwijd sterk is, die een bijdrage leveren aan een oplossing van maatschappelijke vraagstukken en waar de overheid extra aandacht aan besteedt.
Bekendheid
In het totale midden- en kleinbedrijf (mkb) is 23 procent op de hoogte van deze topsectoren; in de horeca is dit 20 procent. Dit ondanks dat 63,2 procent van de mkb-ondernemers in de horeca geen relatie heeft met één of meer topsectoren.
Ter vergelijking: in het totale mkb is dat 55 procent.
Toeleverancier
Van de horecaondernemers is 9,5 procent procent toeleverancier van bedrijven uit de topsectoren en 3,2 procent afnemer. In het mkb liggen deze waarde gemiddeld op 8 en 2 procent.
24,2 procent rekent het eigen horecabedrijf tot een topsector. In het mkb is dat 36 procent.
Stellingen
Verder zijn alle mkb-ondernemers een aantal stellingen voorgelegd. Met de stelling 'Het is goed dat het beleid sterk vanuit een internationale bril is ingestoken' is 71 procent van het horeca-mkb het eens, tegenover 68 procent van het totale mkb.
Met de stelling 'Veel sectoren worden nu vergeten, terwijl ze ook top zijn', is 61 procent van het horeca-mkb het eens, tegenover 73 procent van het totale mkb.
Met de stelling 'De echte knelpunten worden door dit beleid niet opgelost' is 63 procent van het horeca-mkb het eens, tegenover 71 procent van het totale mkb. Met de stelling 'Het gaat te veel over kennis en te weinig over het toepassen ervan' is 72 procent van het horeca-mkb het eens, tegenover 77 procent van het totale mkb.
Met de stelling 'Juist door de samenwerking tussen overheid, onderwijs & bedrijfsleven heb ik er vertrouwen in' is 67 procent van het horeca-mkb het eens, tegenover 63 procent van het totale mkb. Met de stelling 'Het maakt niet uit welk beleid er landelijk wordt gevoerd, het meeste gebeurt toch op lokaal niveau' is 59 procent van het horeca-mkb eens, tegenover 57 procent in het totale mkb.
Eigenbelang
Ten slotte kennen ondernemers in het mkb met afstand de hoogste score toe aan een betere samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven, als zijnde goed voor hun eigen bedrijf. Daarna volgt financiering van investeringen in vernieuwing van producten en processen en infrastructurele verbeteringen. Deze 2 acties wegen in de horeca zwaarder dan gemiddeld in het mkb.
Dit kan verklaard worden door het feit dat financiering in de horeca (beperkte kredietverlening door banken) al lange tijd een knelpunt is, en een groot deel van de horeca te maken heeft met moeilijk bereikbare binnensteden, beperkte parkeervoorzieningen daar en dikwijls bouwwerkzaamheden in hun directe omgeving.
Toptalent
Aantrekken van toptalent naar Nederland scoort het laagst in het mkb, gevolgd door financiering van proeftuinen, experimenten en testfaciliteiten. Bij deze 2
beleidsacties moet opgemerkt worden dat slechts een beperkt aantal mkb-bedrijven daar zelf direct mee te maken heeft. Dit geldt ook voor de horeca.
EIM-onderzoek 'Ondernemen in sectoren 2011'.
Foto: Bas Driessen Fotografie, Laatuverrassen.nl.

