Zomer: gasten eten graag buiten en snakken naar een verfrissend, licht, dorstlessend bier. Echte fijnproevers maak je niet blij met aangezoete of aangefruite brouwsels. Hóp willen ze proeven, ook als de thermometer 27 graden aanwijst. Zomer is dan ook het hoogseizoen voor, de naam zegt het al, saisonbier.
Plotseling duikt hij overal op, deze bruisende, lichtblonde wildebras: saison (op z’n Frans uitgesproken). Enthousiast schuimend kan hij niet wachten om uit de fles te klateren. Vandaar dat sommige brouwers dit bier in bedwang houden onder een champagnekurk met korfje. Anderen houden het bij een kroonkurk. Eenmaal ingeschonken komen geuren vrij van frisse citrusachtige hop, maar ook van een koele kelder door het gisttype. Hou hem tegen de zon en je ziet dat hij lichttroebel tot helder is. Opvallend is zijn witte kuif waarin belletjes vrolijk uiteenspatten: een zomerse bierdouche voor de bovenlip. De afdronk is ronduit droog, met karakteristieke hopbitters. Kortom, een stoer alternatief voor witbier (al dan niet met fruit) en weizen.
Verder lezen
Dit artikel verscheen in het juninummer van Entree. Nog geen abonnement? Sluit deze dan nu af en ontvang Entree het eerste jaar 11 keer voor slechts 39 euro.
