Biernieuws

Brouwersconcentratie: biermarkt in beweging?

In de wereldwijde biermarkt neemt de koploper de nummer 2 over. Tussen de nieuwe bierreus en de nieuwe nummer 2, Heineken, vloeit een oceaan van pils. In Nederland krijgt koploper AB InBev/SABMiller nu een gezamenlijk marktaandeel van meer dan 30%. En dat heeft gevolgen.

Als brouwer met een marktaandeel van meer dan 50% op de Nederlandse markt moet Heineken zich houden aan Europese regels en ‘liberale’ contracten aangaan met horecaondernemers. Na de overname van SABMiller door AB InBev is de kans groot dat deze nieuwe combinatie dezelfde status krijgt, omdat de gezamenlijke biermerken van wat straks ’s werelds grootste bierbrouwer is, in Nederland samen een marktaandeel hebben van meer dan 30%. Volgens specialist Tom van Erven Dorens, van adviesbureau Biercontract.nl, gaat de overnamen van SABMiller door AB InBev de markt in beweging brengen. Toch wil hij het begrip ‘liberale contracten’ wel nuanceren.

Onmogelijk
“Het is voor ondernemers die bier afnemen van een grote brouwer met meer dan 30% marktaandeel absoluut liberaler geworden ten opzichte van de situatie voor januari 2014, maar nog altijd is het voor veel horecaondernemers onmogelijk of lastig om onder een (geldig) contract uit te komen. Hij schetst 3 situaties waarin horecaondemers meer of minder vrijheid hebben. ‘De ondernemer die zijn pand niet van de brouwerij huurt en die een eigen tapinstallatie heeft, is helemaal vrij. Hij kan een mooie korting afspreken en heeft ten hoogste te maken met een korte opzegtermijn.

Claimverkeer
Heeft de ondernemer geen eigen tapinstallatie en heeft de brouwerij er voor gezorgd, dan is het al wat lastiger. De brouwer moet immers geld krijgen voor de tapinstallatie als de ondernemer bier van een andere brouwer wil gaan afnemen. Van Erven Dorens: “Voorheen spraken we van claimverkeer. Verhuisde de ondernemer van brouwer A naar brouwer B, dan nam B die over tegen nieuwwaarde, ook als de tapinstallatie bij wijze van spreken 25 jaar oud was. Dat was een onderlinge afspraak tussen de Nederlandse brouwers. Ook dat  is veranderd. De ondernemer kan de tapinstallatie overnemen tegen afschrijvingswaarde. Toch kom ik dan nog wel gekke dingen tegen in de praktijk, zoals een brouwer die de afschrijving niet baseert op de nieuwwaarde bij aanschaf, maar op de nieuwaarde als de installatie nu zou zijn aangeschaft. In dit specifieke geval was dat een tegenvallende overnameprijs voor de ondernemer. Een relatief hoog bedrag voor een oude installatie. Het zijn van die addertjes onder het gras, die ik af en toe tegenkom.”

Als de brouwerij ook de ondernemer heeft gefinancierd, dan is de binding logischerwijs groter. Maar ook dan geldt dat als de ondernemer, al dan niet met behulp van derden, de middelen heeft om tapinstallatie en inboedel af te kopen, is hij vrij om naar een andere brouwer over te stappen.

Huurconstructies
Als de brouwerij eigenaar is van het pand, is een strakke binding logisch, zegt Van Erven Dorens. De brouwerij loopt een risico en wil uiteraard zekerheden. Dat is deels de bierleverantie en de prijs. Ondernemers die in een pand van de brouwerij zitten, weten dat ze vastzitten aan de brouwer. Als zij van hun zaak, of van de brouwer af willen, moeten ze de zaak verkopen, maar ze zijn dan meestal verplicht de zaak eerst aan de brouwer aan te bieden.  Worden ze het niet eens over de prijs (goodwill met name) dan kan de ondernemer proberen de zaak aan een ander te verkopen, maar dan moet de brouwerij nog altijd toestemming geven’, zegt Van Erven Dorens, die in zijn dagelijkse praktijk veel ondernemers adviseert over biercontracten. Zo liberaal is dat dus niet. Hij wijst op nog een voorkomende constructie. Als een pand niet van de brouwerij is, kan de brouwerij het inhuren en vervolgens als verhuurder doorverhuren.  Zo is er toch weer een maximale binding tussen brouwer en horecaondernemer. “Kortom, het is beter geworden, maar als brouwers hun contracten liberaal noemen, dan geldt dat zeker niet in alle gevallen.”

In beweging
Brengt de overname van SABMiller door AB InBev de markt in beweging? “Als de Europese regels ook op de nieuwe combinatie worden toegepast en in Nederland het marktaandeel inderdaad boven de 30% blijkt te zijn, kan het interessant worden voor ondernemers die nu Grolsch, Jupiler of Hertog Jan schenken. De brouwer moet dan namelijk liberale contracten aanbieden en dat biedt andere brouwers kansen. Ga er maar vanuit dat Heineken een plan heeft klaarliggen, want die hebben deze overname zien aankomen. Ik zeg niet dat de hele markt in rep en roer raakt want heel veel ondernemers huren van de brouwerij en blijven honkvast. Het kan zijn dat de nieuwe combinatie brouwerijen moet afstoten in markten waar ze te dominant wordt en dat biedt Heineken eventueel weer de kans overnames te doen.  Beweging komt er zeker, dus ondernemers kunnen gaan nadenken over hun biercontract.”

Te vroeg
Heineken zelf zei bij monde van directiewoordvoerder Christine van Waveren tegen Dow Jones: “We volgen de ontwikkelingen met aandacht, maar zullen op dit moment zelf geen actie ondernemen, zoals we al eerder hebben aangegeven. Het is nu te vroeg om goed te kunnen inschatten hoe de situatie zich verder zal ontwikkelen.” 
Bavaria, onlangs verkozen tot beste familiebedrijf ter wereld, reageert nuchter: ‘Als onafhankelijk familiebedrijf hebben we altijd onze eigen koers gevaren en dat zullen we ook in de toekomst doen. Wat ons betreft brengt deze overname daar dus geen verandering in.’